Uganda 2012/01


Oeganda, 05 -15 januari 2012


Dit reisverslag is het verhaal van een georganiseerde groepsreis met Habari Travel naar Oeganda, de parel van Afrika. We boekten via Carlos Lewyllie, toenmalig zaakvoerder van Canon-Line in Boezinge. In dit chronologisch verslag worden de gebieden en de waarnemingen besproken die we tijdens onze reis aandeden. De soortnamen worden in het Nederlands en vervolgens in het Engels weergegeven.


Dag 1, donderdag 5 januari 2012 : Esen - Zaventem - Kampala - Entebbe

Het is nog vroeg in de ochtend als bij Canonline, in Boezinge, de koffie voor alle deelnemers wordt klaargezet. Mieke en Carlos blijken – zoals steeds – voor iedereen aandacht te hebben. Dra worden de koffers ingeladen en vertrekken we in twee busjes richting Zaventem. Na de nodige incheck perikelen genieten we van een croissantje en wordt het langzaam tijd voor boarding. Onder de windstoten van een hels onweer vertrekken we vervolgens richting Afrika. De blikseminslagen op de vleugels van het vliegtuig doen ons aan allerlei akelige films denken, maar gelukkig is het na een half uurtje voorbij en kunnen we wat meer relaxed aan onze reis beginnen. Landen doen we eerst in Kigali, hoofdstad van Rwanda, waarna we na een korte vlucht aankomen in Kampala, Oeganda. We verwelkomen de Afrikaanse temperaturen en de laatste trui verdwijnt in de koffers. Na een korte rit komen we aan in het Airport Guesthouse, Etebbe. In een erg mooie tuin worden we meteen verwelkomt door een bekende vogel van bij ons, een blazende Kerkuil -
Barn Owl  (1) en die houdt ons  nog even uit onze slaap….



Dag 2, vrijdag 6 januari 2012 : Entebbe - Mabamba Bay - Victoria Nile - Victoria Lake

We worden gewekt door kreten van een Hadada Ibis - Hadada Ibis (2) en die blijkt in een hoge boom van de hoteltuin zijn nest te hebben. We hebben nauwelijks tijd om de talrijke Grauwe Buulbuuls - Common Buulbuul (3) en de Schildraven - Pied Crow (4) te bekijken en nemen plaats in de oude Toyota 4x4 die ons naar de Mabamba Swamps zal brengen. Langs de weg determineren we een Vorkstaartscharrelaar - Abbesinian Roller (5) en dat zou de enige van de reis worden.

Na anderhalf uurtje hobbel-de-bobbelweg komen we aan in het visserdorpje waar de booteigenaars op de dag van vandaag veel meer verdienen aan ornithologen dan aan de visvangst. Hèt hoofddoel van deze reis is de Schoenbekooievaar. De verwachtingen zijn hoog want volgens de litteratuur zijn de Mabamba Swamps dè beste plaats in de wereld om die te zien. Een Hamerkop - Hammerkop (6) op de punt van een helblauwe boot en een al even makke Moerasvliegenvanger - Swamp Flycatcher (7) wakkeren meteen ons enthousiasme aan en eenmaal in de boot begint het feest. Gewone soorten als Boerenzwaluw - Barn Swallow (8), Gierzwaluw - European Swift (9), Gele Kwikstaart – Yellow Wagtail (10) en Bosruiter – Wood Sandpiper (11) kennen we natuurlijk van thuis, maar als een Afrikaanse Bruine Kiekendief - African Marsh Harrier (12) komt bovenzweven kunnen we meteen een nieuwe Lifer aanstippen.

Twee Blauwborstbijeneters – Blue-breasted Bee-eater (13) en een drietal veel te ver zittende Zadelbekooievaars - Saddle-billed Stork (14) maken ons blij en om de hoek vliegen ons de Langteenkievitten – Long-toed Lapwing (15) om de oren. Verschillende koppeltje alarmeren en liggen hier duidelijk met nest. Overal zien we Afrikaanse Lelielopers – African Jacana (16) maar ook de veel zeldzamere Dwergjacana – Lesser Jacana (17) laat zich opmerken.  De roeiers krijgen het zwaar om door de waterplanten hun vaarweg aan te houden en moeten even rusten.
Een Gespikkelde Nekotter –
Spot-necked Otter (Z1) komt ons even nieuwsgierig gadeslaan maar poetst de plaat voor iemand hem ook maar kan fotograferen.


Ook reigersoorten komen op de lijst: een groep van 23 Afrikaanse Gapers - African Open-billed Storks (18) zeilen hoog over en een eerste Zwartkopreiger - Black-headed Heron (19) vliegt op ooghoogte voorbij. Europese soorten als Ralreiger – Squaco Heron (20), Koereiger - Catle Egret (21) en Purperreiger - Purple Heron (22) zien we ook, maar als we om de hoek komen en in de andere boot kreetjes horen die ons als “shoebill” in de oren klinken stijgt onze adrenaline. Daar staat eindelijk de vogel waar we voor gekomen zijn: De Schoenbekooievaar! – Shoebill (23). Ik moet ongeveer 12 geweest zijn toen ik via de strips van Marc Sleen in de avonturen van Nero & Co met deze vogel kennis maakte. Meer dan 40 jaar heb ik ernaar verlangd om deze bijzondere vogel te kunnen zien en eindelijk kwam deze droom uit. Nu al, na precies één halve dag kon deze vakantie al niet meer stuk! Een klein minpuntje was dat het hier om een juveniele vogel ging en de mooie grijze kleur nog niet te zien was. Ook het gedrag van de vogel zat niet mee. Deze Shoebill leek te bekomen van een kater en verroerde van geen vin (of pluim). Toen hij het eensklaps op een geeuwen zette was dit dan ook meteen het hoogtepunt van de dag…  Na een “stief kwartiertje” laten we de Schoenbek verder indommelen en varen naar meer open water. Een verre Grijze - Black-winged Kite (24) en een Geelbekwouw – Yellow-billed Kite (25) dikken de roofvogellijst nog aan. De Bonte - Pied Kingfisher (26) en de Kleine Gekuifde IJsvogel – Malachite Kingfisher (27) vliegen constant voorbij net als Geelbekeenden – Yellow-billed Duck (28), Afrikaanse Dwergaalscholver - Long-tailed Cormorant (29) en Afrikaanse Aalscholver - White-breasted Cormorant (30). De “Swamps” vormen een prachtig biotoop waar honderden vogels zich makkelijk laten zien. De Lelielopers vormen met de paarse waterlelies een prachtig decor en zorgen dan ook voor de mooiste plaatjes. Iedereen is opgetogen met deze eerste indrukken en met een blij gemoed varen we terug naar het haventje. We kruisen nog enkele bootjes waarin zich zowel brommers al kasten bevinden? … Afrika, … Wat hier heel gewoon is, is voor ons uitzonderlijk! Op onze schuit komt een Afrikaanse Bonte Kwikstaart - African Pied Wagtail (31) zitten en blijkt dat deze vogel geen tenen meer heeft. Wat onwennig vliegt hij weg ?! In het dorpje loop ik nog even rond en vind een eerste Vuurvinkje – Red Billed Firefinch (32) en ik kan er mooie foto’s maken van een Sierhoningzuiger – Red-chested Sunbird (33).



We willen dezelfde weg niet meer terugrijden en besluiten met de ferry de Nijl over te steken. Bij de overzet wachten we tevergeefs op de boot om een goed uurtje later te horen dat die stuk is. Gelukkig hoeven we hier onze tijd niet te verspillen en zit het vol vogels. Op de aanlegsteigers zien we weer de Kleine gekuifde IJsvogel en nu lukt het om wat aardige foto’s te nemen. Verder zitten hier nog 3 soorten sternen. Veruit de talrijkste is de Witvleugelstern - White-winged Tern (34) maar er zitten ook aardig wat grotere Lachsterns – Gull-billed Tern (35) en zelfs een paar Zwarte Sterns - Black Tern (36). Bovenop een meerpaal troont nog een Afrikaanse Dwergaalscholver. Maar het is vooral de rietkraag een beetje verderop die onze aandacht trekt. Militairen moeien zich meteen als we wat naderbij komen maar we komen tot een vergelijk en ik mag in een bootje postvatten. Hier kan ik mooie foto’s maken van de Grote Textorwevers – Village Weaver of Spotted-backed Weaver (37) en de Zwartkopwevers - Black-headed Weaver of Yellow-backed Weaver (38) die met hun zware bekken de rietbladen komen afsnijden om er hun nesten mee te weven. Een eindje verderop nestelen tientallen Bonte IJsvogels en maken er een kabaal van jewelste. Een Kapgier – Hooded Vulture (39) zeilt over en na goed kijken herken ik tussen “onze” Boerenzwaluwen veel Angola Zwaluwen – Angola Swallow (40). Als er eentje komt zitten heb ik geluk en kan ik deze ruiende zwaluw mooi fotograferen. Met een Blauwe zwaluw - Blue Swallow (41) heb ik dan echter minder geluk. We zijn erg verbaasd om hier een Rietzanger Sedge Warbler (42) te horen zingen en gelukkig valt alle twijfel weg als we hem ook kunnen fotograferen. Maar er zijn nog meer soorten die we kennen: er komen heel wat Oeverlopers – Common Sandpiper (43) en enkele Groenpootruiters – Greenshank (44) voorbij en een eerste Kleine Zilverreiger – Litle Egret (45) laat zich opmerken. In de onmiddellijke omgeving zwerft een groepje Gewone Ekstertjes – Bronze Mannikin (46) rond.




We moeten dus weer omrijden om het hotel te bereiken en na een goed uurtje zitten we al weer in de tuin van het hotel met een half litertje “NILE” voor onze neus. Maar veel rust wordt mij niet gegund… De tuin zit vol “rare vogels” en die “moeten” uiteraard eerst worden gedetermineerd en vervolgens op de gevoelige plaat gezet! Spectaculair zijn de 6 of 7 Bandstaartbananeneters - Eastern Plantain-eater (47). Het zijn gezellige en vooral makke vogels die dankzij een beetje water hun schuwheid helemaal verliezen. In de tuin zit verder een luidruchtige Grijskopijsvogel - Grey-headed Kingfisher (48) en verschillende Bruine Muisvogels - Specled Mousebird (49). Er wordt besloten om nog een boottocht te maken op het Victoriameer waar we een "African Sunset" zouden meemaken. Aan de oevers van het immens grote meer zitten heel veel vogels en gelukkig duurt het even voor het busje er met onze tweede groep aankomt. Intussen komen nog veel soorten op de lijst: de prachtig glinsterende Blauwe Langstaart-glansspreeuw  - Rüpell's Long-taild Starlng (50) hippelen in het parkje en voortdurend vliegen er Afrikaanse Marabou's - Marabou Stork (51) over. Ook hier zijn ook hier de wevers druk doende met het bouwen van hun nesten. We noteren de kleinere Rietwever - Northern Brown-throated Weaver (52). Hier zitten ook verschillende Groene Bijeneters - Blue-cheeked Bee-eater (53) waarmee we de kaap van 50 soorten voor deze dag mooi passeren. Niet dat dit een denderend resultaat is want Oeganda heeft een soortenlijst die de 1000 passeert....Deze reis staat echter niet in het teken van de ornithologie. Zoals te verwachten was hebben de meeste medereizigers slechts een oppervlakkige interesse voor vogels en niemand noteert wat hij ziet. Menig uur op één plaats besteden voor de determinatie van één klein bruin vogeltje zit er dus absoluut niet in. Dit zou immers iedereen ophouden en het programma was al druk genoeg. Maar gelukkig zijn alle medereizigers even lief en krijg ik nu en dan een bemoedigend knikje als Sonja mij weer eens tot de orde roept en ik al hollend, beladen met mijn tripod en mijn zware 500-lens, aansluit bij de groep. Maar terug naar het Victoriameer waar de boot intussen is uitgevaren en een Blauwe Reiger - Grey Heron (54) voorbij komt.



Overal om ons heen duiken de Bonte IJsvogels om met kleine visjes naar hun nestholen te vliegen. Er zijn veel Afrikaanse Dwergaalscholvers te zien en op een eiland ligt een grote varaan. Een visserssloepje in tegenlicht levert een mooie sfeerfoto op en we krijgen het bezoek van een boot vol met militairen die achter indrukwekkende mitrailleurs fel macho staan te doen. Na wat heen en weer gepraat en een grondige controle van de boot varen ze gelukkig weer weg. We mogen ze niet fotograferen, ... maar wie zou daar nu zijn pixels aan verslijten als... een onvolwassen Kleine Pelikaan - Pink-backed Pelican (55) ons pad kruist? Er valt slaaptrek van heel wat Kokmeeuwen - Black-headed Gull (56) te noteren maar van de verhoopte zonsondergang komt niets terecht. Met een flinke vaart zetten we koers naar het haventje waar we worden opgehaald en naar het hotel gebracht. Oh ja, niet vergeten: Hein kon in het haventje een elektriciteitskast (!) fotograferen die hij, als deskundige, nog nooit eerder had gezien! In het hotel wacht ons een erg lekkere BB waarna we moe maar voldaan ons bedje opzoeken. 



Dag 3 - zaterdag 7 januari 2021 - Entebbe - Botanical Gardens

Ik word ... gearresteerd!

Het schemert nog wanneer we alweer in de vogelrijke tuin van het hotel “Travelers Rest” staan kijken naar een Witbrauwlawaaimaker White-browed Robin-Chat (57) die zijn oorverdovend lied laat weergalmen. We besluiten om in de naburige straten wat te gaan vogelen want we zijn in een gebied met omvangrijke tuinen met hoge bomen en verwilderd struweel. Best een mooi en divers biotoop en de soortenlijst laat zich dan ook meteen aandikken: We zien kort een Dubbeltandbaardvogel - Double-toothed barbet (58) en een Roestflankprinia – Tawny-flanked Prinia (59) zit luid te kwetteren. Een Turkooismonarch - African Blue-flycatcher (60) is wel een heel mooie naam voor een vliegenvanger, maar de vogel zelf is dan ook een juweeltje. De verrassing van de ochtend is niet de, achter een Rietwever jagende  Afrikaanse Boomvalk - African Hobby (61), maar wel de Kaalkopkiekendief - Gymnogene (62) die we al vanuit de hoteltuin gespot hadden. We ontdekken deze adulte vogel opnieuw en kunnen er heel mooie foto’s van maken. Wat een prachtige roofvogel is dit toch! Een koppel Zwartkopfiskalen - Black-headed Gonolek (63) komt op de elektriciteitdraad zitten en elke tuin heeft zijn Peliolijster -  African Trush (64). Verder wordt nog een Senegalese Drongovliegevanger - Northern Black Flycatcher (65) waargenomen waarna we aankomen bij een veelbelovend grasperk. Hier zijn verschillende Gele Kwikstaarten aan het foerageren, maar tot foto’s komen we niet. Twee inboorlingen komen lastig doen en zeggen dat ik mij op militair terrein bevind. Dat lijkt me in eerste instantie niet zo, en ik probeer hen te negeren. Helaas lukt dit niet. Als ik verder wil lopen houden ze mij tegen. Ik raak niet meer weg en het komt tot een handgemeen. Mijn bril wordt van mijn neus geklopt en met alle macht die ik in me heb hou ik mijn camera en mijn statief stevig vast. Alhoewel beiden in burger gekleed, beweren ze militair te zijn en als er eindelijk een andere (nu in uniform geklede) soldaat bij komt reageert die furieus en vertelt mij meteen dat ik onder arrest sta! Ik wordt meegevoerd naar een bescheiden bureeltje waar ik op een stoeltje wordt gezet tot de “Big Chief” eraan komt. Ik ben echter gaan wandelen zonder papieren, paspoort, geld of telefoon…. Na mijn voortdurend gezaag om mijn ambassade te bellen en het besef dat er bij mij toch niets te rapen valt komt er schot in de zaak. Na twintig minuten (en de inspectie van al mijn beelden) wordt ik vrij gelaten en kan ik naar het hotel – amper 200 meter verder – terugkeren. Tja, ik had mij dit wandelingetje rond de blok helemaal anders voorgesteld….!



Het ontbijt en een paar koppen Oegandeese koffie laten mij echter bekomen en met zijn allen vertrekken we naar de “Botanical Gardens” van Entebbe. De door Carlos voorgestelde korte tocht lijkt mij met mijn zware lens en statief toch iets té ver en ik neem een brommertaxi. Dit zorgt niet alleen voor hilariteit in de groep, maar bovenal ben ik een stuk vlugger op mijn bestemming en kan ik meteen enkele Grijsoorneushoornvogels - Black-and-white-casqued Hornbill (66) spotten. Deze enorm grote vogels blijken niet schuw en worden dan ook van dicht waargenomen. Tussen de tientallen Geelbekwouwen vinden we ook een Zwarte Wouw - Black Kite (67), deze Europese soort werkt goed mee en we kunnen er dan ook een paar mooie foto’s van maken. De Botanische tuin is een fantastische vogelplek en de spectaculaire soorten blijven dan ook niet uit. We ontdekken een nest van een Kuiftok - Crowned Hornbill (68) en kunnen de eerste foto’s maken van de Reuzentoerako - Great Blue Toeraco (69). De Lady Ross Toerako - Ross's Toeraco (70) is een stuk schuwer, maar laat zich toch even zien. We merken nog een soort Eekhoorn op en voegen nog de Witkeelbijeneter - White-throated Bee-eater (71) en de Senegalese IJsvogel - Woodland Kingfisher (72) aan onze lijst toe.




Dag 4 - Zondag 8 januari : Entebbe - Ziwa - Murchison Falls 

 

Het wordt een dag van rijden, rijden en nog eens rijden...
We maken op deze derde dag immers de verplaatsing van het zuidelijke Entebbe naar het Noordoostelijk gelegen Murchison Falls Nationaal park. Het vertrek was gepland om 7.00 uur maar het is een uurtje later als we het Guesthouse verlaten. De twee robuuste Toyota 4x4 terreinwagens zien er nog redelijk goed uit. De zetels zijn versleten, maar de techniek doet het blijkbaar goed, en dat is hier het voornaamste! Volgende week keren we terug naar Entebbe en we zijn benieuwd wat de komende dagen zullen geven? Nauwelijks buiten het drukke Entebbe zien we langs de weg, op een publiciteitsbord twee Grijze Kroonkranen
Grey Crowne Crane (73) zitten. Deze vogels zijn het Nationaal symbool van Oeganda en daarom heel geliefd bij de bevolking.

Na een paar uur houden we halt bij het Rhino project van Ziwa. In een afgesloten savannebiotoop van 70 km2 kweekt men met enkele Witte Neushoorns met de bedoeling dit prachtig dier weer te introduceren. De laatste Oegandese neushoorn werd immers gestroopt in 1983.

De vraag vanuit China naar het poeder van de hoorn van deze grootste pure grazer was enorm en het geboden geld voor één hoorn was voor de arme inboorlingen té verleidelijk om er aan te weerstaan. Stroperij, verdwijnen van biotoop en steeds maar meer mensen waren dan ook de oorzaak van het uitsterven van de Oegandeze Neushoorns. Als we vanuit dit kamp met de jeeps vertrekken is het mij algauw duidelijk… Dit wordt een doorsnee "toeristen-attractie" en van wildlife is hier weinig sprake. De twee gewapende wachters kunnen mij niet overtuigen dat alles niet zo’n beetje in scène is gezet, en de Witte Neushoorns liggen er bij als overjaarse koeien. Het is natuurlijk het heetste uur van de dag en dat is niet bevorderlijk voor actie. Het bijzonderste van het bezoek aan dit Rhinokamp is dan ook de korte uitstap rond het restaurantgebouw waar we Groenstaart Glansspreeuw - Greater Blue-eared Starling (77), Grijsgroene Specht - Grey Woodpecker (78), Maskerwielewaal - African Black-headed Oriole (79), Grijsrugklapekster - Grey-backed Fiscaal (80) en Wahlbergarend - Wahlberg's Eagle (81) optekenen. 


Een Zwartkopooievaar komt nog mooi poseren. Na het Rhinopark stoppen we nog één keer bij een plasje waar 2 Heilige Ibissen - Sacred Ibis (82) en tal van Afrikaanse Marabou’s lopen. De eerste Afrikaanse Hop - African Hoopoe (83) vliegt boven ons hoofd, we zouden er nog enkele zien vanuit de wagen, maar algemeen is deze vogel hier niet. We zien er ook een plekje waar blijkbaar heel wat mineralen aanwezig zijn want er dartelen wel honderd vlinders boven deze vierkante meter. We tellen er minstens 5 soorten. Langs de weg wordt gauw duidelijk dat januari de oogstmaand is. De fietsers hebben hun tweewieler helemaal behangen met bananen en waar je ook stopt krijg je fruit te koop aangeboden. 



In de late namiddag komen we op onze bestemming aan. Nog maar pas aan de ingang van het Nationaal Park zie ik zowel de Marico- als de Ornaat Honingzuiger - Marico & Variable Sunbird (84 & 85). Een stukje verder komen we de eerste primaten tegen en tellen meteen 3 soorten: Bavianen en Groene Meerkatten staan langs de weg, maar de de  Zwart-Witte Colobusaap steelt de show. We komen ook enkele Roodkeelbijeneters - Red-throated Bee-eater (86) tegen. Verder vogelend rijden we naar het "Red Chili Camp" en tekenen nog Helmparelhoen - Helmeted Guineafowl (87) en de veel zeldzamere en aan bos gebonden  Kroonparelhoen - Crested Guineafowl (88) op. Haggedisbuizerd - Lizzard Buzzerd (89) en Kaneeltortel - Lemon Dove (90) vervolledigen de lijst. Een mannetje Zwartbuiktrap - Black-bellied Bustard (91) is me net te vlug af en dat resulteert jammer genoeg in een prullenbakfoto. Ik herinner me uit Zuid-Afrika dat ze een fantastische balts hebben, maar deze maakt alleen dat hij wegkomt. Na de toewijzing van de hutten nemen we een lekkere douche en zetten ons bij voor een heerlijk warme maaltijd. Het wordt wel raar opkijken als een paar Wrattenzwijnen rond onze tafels scharrelen en een Nijlpaardkoe op 20 meter van de bar even de camping verkent.  Zachtjes indommelen met de geluiden vanuit de bush is een zalige gewaarwording….



Dag 5 - Maandag 9 januari : Murchison Falls


Vroeg uit de veren vandaag! We willen voor dag en dauw aan de overkant van de Nijl zijn waar we onze eerste échte Oegandese gamedrive gaan doen. Het is een beetje behelpen om met zaklamp en kaarslicht je kleren aan te trekken en na een "kattewasje" een kop sterke Oegandese koffie in de bar achterover te slaan. Een half uurtje later staan we dan ook allemaal op het ferry platvorm die ons over de Nijl zal brengen. De Hippo's liggen lui rond de boot te snuiven, maar doen hun bek niet open. Op deze eerste game-drive zijn het vooral de grote zoogdieren die de aandacht trekken. Langs de wagen zien we achtereenvolgens de Oegandese Kobs, de prachtige Waterbokken, het rode Jacksons Hartebeest, de kleine Oribi’s en de vervaarlijk kijkende Waterbuffels. Buffels zijn hier zeer talrijk en fungeren als foerageerplek van de Roodsnavel-Ossepikkers - Redbilled Oxpecker (92). Even na het zien van de gracieuze Rothschilds Giraffen remmen we voor een koppeltje Noordelijke Hoornraaf - Northern ground Hornbill (93) en nog verder weer een typische savannesoort: de Huzarenaap. Ze zijn met zijn tweeën maar jammer genoeg is de ene al schuwer dan de andere... De savanne blijkt hier dé overwinteringsplek voor tapuiten. We zien achtereenvolgens Paapje – Winchat (94), Bonte – en gewone Tapuit – Pied - & Norhern Wheatear (95 & 96). De komieke Piapiac’s – Piapiac (97) maken ritjes op zowel rennende Wrattenzwijnen als op Buffels. In een boom ontdekken we een Leigrijze Valk - Sooty Falcon (98). Verder passeren we Dwergbijeneters - Little Bee-eater (99) en de prachtige Zilvervliegenvanger - Silverbird (100). Na een fikse rit komen we bij een meer aan waar een kudde van paar honderd Waterbuffels komen drinken. Er zitten Knobbeleenden - Knob-billed Duck (101) en Nijlganzen - Egyptian Goose (102). Iets verder mogen we uitstappen. Hier brengen we ons "K(C)an(n)on" in stelling en kunnen prachtige foto’s maken van ondermeer Ralreiger, Afrikaanse Dwergaalscholver, Bonte IJsvogel en vooral ook van een Sporenkievit – Spur-winged Plover (103) en Oeverloper op de rug van de dobberende Nijlpaarden. Er zitten hier wel 300 Koereigers, een paar Bosruiters en een Zwart Porceleinhoen - Black Crake (104) komt even poseren. Hoog aan de hemel cirkelen wat roofvogels; we determineren onze eerste Afrikaanse Zeearend – African Fish-Eagle (105), Steppenkiekendief - Pallied Harrier (106) en Witruggier - White-backed Vulture (107). Van deze laatste zit er ook nog eentje in een boom en dat doet ook een Vechtarend – Martial Eagle (108). Onze chauffeur snijdt voor ons verse ananas en die is niet alleen verfrissend maar bovendien ook lekker. Tijdens de gamedrive komen we verder nog een Schubkopwever – Specle-fronted Weaver (109) en twee Kroonkraanvogels tegen.



In de namiddag gaan we per boot de Murchison watervallen te bezoeken. Dit wordt een "varende gamedrive" en we zorgen ervoor dat we de raadgeving van Carlos opvolgen en links - dus straks aan de "oever"kant - gaan zitten. We krijgen een kleinere “privé” boot toegewezen en varen langzaam de rivier op. De Vogels zijn niet te tellen. Achtereenvolgens krijgen we prachtig zicht op topsoorten als Zwart Porceleinhoen, Afrikaanse Zeearend, Roodkeelbijeneter en tal van andere vogels die al op onze lijst voorkomen. Nieuw zijn evenwel de Noordelijke Karmijnrode Bijeneter - Carmine Bee-eater (110), De Grote Zilverreiger - Great White Egret (111), de iets kleinere Middelste Zilverreiger - Intermediate Egret (112), Kleine Zilverreiger, Nijlgans, Knobbeleend en Witwangfluiteend - White-faced Whistling Duck (113). In een baaitje vertoeven zo’n 200 Afrikaanse Schaarbekken – African Skimmer (114) en één Temminck’s Strandloper – Temminck’s stint (115). Daar waar we een Watergriel verwachtten, zien we duidelijk een Senegalese Griel - Senegal Thick-knee (115). De Zadelbekooievaars, Marabou’s, Nimmerzatten en andere grote steltlopers vernoemen we al niet meer. We hebben enkel oog voor de nieuwe soorten als Goliathreiger – Goliath Heron (117), Afrikaanse Slangenhalsvogel – African Darter (118) en een tiental Kwakken – Night Heron (119). De oevers zitten propvol vogels en men weet gewoon niet waar eerst kijken! Maar ook grote zoogdieren zijn van de partij. Tientallen Olifanten, Waterbokken, Bavianen en Buffels staan langs de waterkant. Het zijn echter de vervaarlijke Krokodillen die de show stelen. Tussen het schuim varen we naar de bekende rots op zo’n 300 meter van de watervallen, en inderdaad… twee Rotsvorkstaartplevieren - Rock Pratincole (120) zitten mooi te wezen op hun wereldberoemd plaatsje. We kunnen er bevredigende foto's van schieten en als we even later aanleggen om de beklimming naar het uitzicht van de watervallen te gaan doen, besluiten Sonja en ik om niet mee te gaan.




Wij keren liever met de boot terug en proberen een herkansing op de “Skimmers”. Dat lukt aardig en ik krijg als toemaatje ook nog een Reuzenijsvogel – Giant Kingfisher (121) voor de lens. 

Blij komen we aan in het haventje, waar mij nog een zwaar werkje wacht. Ik speel even "lastdier" voor de camera’s en ben maar wat blij met een vriendelijke taxi die Monique én onze zware lenzen naar het Red Chili Rest Camp brengt. Hier heb ik even de tijd om het merkwaardig gedrag van de wrattenzwijnen - waarbij ze door de knieën gaan om te grazen - vast te leggen. Ook voor de nestelende Marabou's trek ik een half uurtje uit, en dat resulteert in de foto's die ik van deze soort écht wilde hebben. Achter ons huisje zingt heel luide een gewone Europese Nachtegaal - Nightingale (122) en dat doet vreemd aan zo de eerste week van het nieuwe jaar...



Dag 6 - Dinsdag 10 januari 2012 Murchison Falls – Kibale

Men had ons verwittigd, maar achteraf gezien viel het nog mee. De ganse dag zou besteedt worden aan het transport van Murchison naar Kibale. We vertrekken uit het "Red Chili Rest Camp" naar de andere kant van het land. Kibale ligt aan de voet van de Vulkanen bij de Ruwenzori en ons doel is voor donker het Kibale Forest Camp te bereiken.Tijdens de rit passeren we tal van dorpjes die gonzen van de activiteit. Er wordt weer overal fruit en groenten aangeboden, het lijkt wel of iedereen zijn eigen bananen kweekt. De haltes kan je op je ene hand tellen, we hebben immers zo’n 500 km. voor de boeg en de wegen zijn – vooral bij de aanvang van de rit – vaak erbarmelijk. Als we de savanne verlaten en over de eerste heuvels rijden nemen we even de tijd om achterop te kijken.


Nu komen we voorbij verschillende kleine dorpen waar steeds veel bedrijvigheid is. Overal zien we winkeltjes en soms ook is er ook een markt waar zowat alles wordt aangeboden. Ik heb een zekere gene om vanuit de wagen te fotograferen en dat is maar goed ook. Je ziet duidelijk dat de mensen het niet graag hebben en dat is een beetje verstaanbaar. Ik kan het gevoel van separatisme niet onderdrukken als ik mijn camera hef en ongevraagd begin te fotograferen. Een Afrikaan is geen curiosum waar je plaatjes van verzameld. Natuurlijk kan je een andere cultuur in beeld brengen, daar gaat het niet om, … Maar het is het constant fotograferen van alles wat “anders” is, zonder dat je jezelf daar moet of kan voor verantwoorden, dat mij tegengaat. Des al niet te min neem ik hier en daar een foto, maar ik probeer daarbij een zeker respect voor het onderwerp naar voor te brengen. Gelukkig zijn er nog vogels te fotograferen en enkele stops van een tiental minuten leveren telkens mooie soorten op. Een Afrikaanse Zwarte Kuifarend is de laatste vogel die we in de savanne fotograferen. Hierna komen we in een bosrijkere streek. Bij een langere halte bij een brug zien we een groep van 280 Oeverzwaluwen en enkele Savannezwaluwen. Ik kan er een Dunbekwever - Slender-billed Weaver (123) en Zwartkopwevers fotograferen en er komt een Hamerkop overgevlogen. We stoppen nog één keer voor enkele Grijsoorneushoornvogels om tenslotte om 19.00 in Kibale te arriveren. Morgen gaan we naar de apen!

 

Dag 7 - woensdag 11 januari 2012 : Kibale Forest
En apen zouden we zien! Niet minder dan 6 soorten passeren vandaag de revue. Ik denk niet dat er een betere plaats is in Afrika waar men zoveel soorten primaten op één dag zo makkelijk kan waarnemen. Er staat 's ochtens een "Chimpwalk" op het programma. Nog maar pas het kamp uit of we moeten remmen voor een groepje Bavianen. Het zijn prachtige, grote apen die een soort "schelmen air" over zich hebben. Een tiental minuten later worden we al ontvangen in het receptiegebouw van het Kibale Forest Camp. Dit welkomsthuis is naar Afrikaanse normen heel mooi, educatief ingericht.. De bewakers zijn hier allemaal verzameld en sommigen onder hen dragen een mitrailleur. Dit is niet ongewoon, men betreedt het woud liefst niet zonder gewapende begeleiders want  men weet maar nooit... Na een uitgebreide briefing kunnen we eindelijk de prachtige jungle in. Reuzenbomen van wel 40 meter hoogte worden hier overwoekerd met lianen. Dit biotoop is werkelijk overdonderend en ik moet onwillekeurig denken aan de junglebeelden uit de Tarzan-films uit mijn jeugd. Na 40 jaar heb ik eindelijk het geluk dit zelf mee te maken...



We worden door onze begeleider uit onze mijmering weggehaald en er op attent gemaakt op een colonne agressieve mieren. Je moet er niet bij stil gaan staan want dergelijke insectenbeten zijn heel erg pijnlijk! Nauwelijks 10 minuten later horen we al kreten van Chimpansees en een weinig later hebben we "close encounter" ! En het blijft niet bij één waarneming! Verschillende keren moeten we achter onze gids aanlopen die verdomd goed kan voorspellen waar de "chimps" naartoe lopen. Onder het geschreeuw en getrommel (de apen gebruiken holle bomen als pauken) genieten we van de hèèl speciale sfeer in dit stukje oerwoud. De Chimpansees doen ons in de verste verte niet denken aan de dierentuindieren of zelfs aan Tarzan's Judy. Hier, in het wild, zijn het energieke, intelligente dieren die vaak ook hun agressieve kantje tonen. Vergeten we niet dat deze Chimpansees vaak in groep jagen op andere apen. We vinden dan ook de overschotten van een onfortuinlijke Rode Colobusaap, verslonden door "onze " groep. Apen in de jungle fotograferen is moeilijk. Het gebrek aan licht maakt hoge ISO-waarden noodzakelijk. Omdat flitsen verboden is, gebruiken we onze meest lichtsterke lenzen en dat heeft natuurlijk voordeel. Het lukt ons aardig om enkele bevredigende foto's te schieten en na een uurtje beginnen we ontspannen de terugtocht. We kunnen nog twee apensoorten fotograferen; onze beste foto's van de Oostelijke Franjeaap en de Roodstaartmeerkat verschijnen op ons schermpje.  s' Middags rijden we weer terug naar het kamp waar de kookkunst van de plaatselijke chef ons weer met verstomming slaat. De gewaagde combinaties, de versheid en vooral de presentatie van het lekkere eten zou in een sterrentestaurant in België niet misstaan. Ongelooflijk!



Maar er is nog iets wat deze middag in het Kibale Forest Camp onvergetelijk maak; terwijl we genieten van onze maaltijd valt de regen met bakken uit de lucht. Schitterend!! Het duurt zo'n uurtje en na het dessert kunnen we alweer vertrekken naar het Magombe Moeras. De Swampwalk is de tweede troefkaart voor het waarnemen van primaten. Het is broeierig heet, misschien wel meer dan 30 C°. Dat deert ons eigenlijk niet, integendeel... Maar de combinatie van de hitte met een vochtigheidsgraad die zo hoog is dat je een zakdoek zo kan uitknijpen, dat is toch wel een beetje lastig. Vergeet vooral niet dat een mens dan nog een statief meezeult met daarop een vijfhonderd millimeterlens... Hoe gek kan je zijn voor het maken van een vogelfotootje?
Aan de ingang van het park zitten tientallen Grote Textoorwevers hun nesten te maken. Leuke, gezellige vogels zijn het en daarbij nog prachtig gekleurd. Wat een verschil met onze saaie huismussen, en toch van dezelfde familie! We bereiden ons voor op een fikse wandeling, maar dat zou best meevallen. Alleen, de gids die we meekrijgen kent nauwelijks het verschil tussen een wever en een lijster... Nog maar pas de wandeling aangevat en daar komt een Afrikaanse Zwarte Kuifarend aangevlogen. Wat verder zit een Haggedisbuizerd aan zijn prooi te plukken en zien we een nieuwe soort: Grijskop-Negervink -
Grey Headed Negrofinch (124). Een of andere grondlijster kan niet worden gedetermineerd. De groep is behoorlijk luidruchtig en heeft geen interesse voor (kleinere) vogels zodat ik wijselijk besluit om me op de apen te concentreren. De oostelijke Franjeaap, de Rode Colobus en de Grijswangmangabey zijn allen van de partij. Ze laten zich redelijk goed fotograferen. We lopen door een schitterend, afwisselend landschap. Met Luc, Hein en Romain beklim ik een gammele uitkijktoren die ons een magnifiek uitzicht biedt over een deel van het Nationaal Park. 

Stelselmatig wordt het woud afgewisseld met cultuurgewas en zo we kunnen de vruchten van de cacaoplant bewonderen. Vogels zijn er gelukkig ook; zowel de Reuzentoerako als de Lady Ross Toerako laten zich mooi zien en de Staalvlekduif zit te "poo"-en. Op het einde van de wandeling zijn we wat vroeger dan de tweede groep en kan ik nog even alleen vogelen. Een tiental prachtig zwarte Fluweelwevers - Vieillot's Black Weaver (125) en de al even mooie  Witkeelbijeneter - White-throated Bee-eater (126). De terugtocht naar het Kibale Forest Camp verloopt vlot en 's avonds kunnen we genieten van een groep jonge kinderen, naar verluid een schooltje wezen, die ons met zang en dans komt vermaken. Ik voel me er (weer) een beetje onwennig bij en besluit om het gebeuren van op een zekere afstand te volgen. Het is prachtig om het gezang en het getrommel door het oerwoud te horen en de kinderen te zien dansen door het bladerdek. Afrika is uitzonderlijk mooi, maar blijft erg fragiel. Vooral met blanken in de buurt...
 



Dag 8 - donderdag 12 januari 2012 : Kibale - Queen Elisabeth National park

We moeten deze keer niet vroeg op en hebben alle tijd om onze koffers te pakken. Ik heb dit evenwel gisteravond gedaan en zo win ik nog een paar uurtjes om het kamp te verkennen. Ik heb geluk, op een open weide, net achter het gemeenschappelijk sanitair, komt een groep van een tiental Bavianen aanlopen. Ze spelen en ravotten dat het een lieve lust is. Alhoewel het nog erg vroeg is en daardoor weinig licht, kan ik toch leuke apen-foto’s maken. Maar, ... het is vooral de belevenis van dit moment dat ik nooit zal vergeten. De Bavianen zijn zich wel terdege bewust van mijn aanwezigheid en negeren mij eigenlijk niet. Nu en dan is er oogcontact met de leider van de groep. Hij wantrouwt mij, maar ik laat hem natuurlijk begaan. De aap lijkt een beetje verwonderd. Blijkbaar snapt hij het niet dat ik hem en zijn groep niet wegjaag. Dat zijn ze immers dagelijks gewend van de inboorlingen. Na een kwartiertje vindt hij het welletjes en vertrekt de ganse groep. Een Ethiopische Fiskaal - Tropical Boubou (127) is de laatste vogel die wij in het kamp zien. We rijden terug richting Kibale en komen voorbij de theeplantages. Zware handenarbeid moet ervoor zorgen dat dit exportproduct blijft renderen en zo te zien is er hier dan ook een relatieve welstand bij de plaatselijke bevolking.

 

Omdat we iets meer tijd hebben, stoppen we nu regelmatig en op één plaats, gewoon langs de weg laat een Lady-Ross Toerakoe zich door iedereen bewonderen. Ik determineer ook nog een Bruinrug Honingspeurder - Wahlberg Honeybird (128) en vlak bij de stad Fort Portal vliegt er een Kaalkopkiekendief over. We stoppen ook nog voor een poserende Haggedisbuizerd. We naderen nu Queen Elisabeth National Park, een van de grootste wildparken van Oeganda. Maar eerst komen we nog voorbij de evenaar waar we net zoals duizenden voor ons, de obligate souvenirkiekjes nemen en Hein doet dit voor ons; voortreffelijk! Hier zien we voor het eerst ook Europese Bijeneters - European Bee-eater (129).



Om twee uur in de namiddag rijden we binnen in het Nationaal Park. Meteen zien we de eerste vogels. Een Steppenkiekendief blijft veraf, maar een Grijsrugklapekster poseert voortreffelijk. Op nauwelijks 100 m. van de drukke weg staan de Kobs naar ons te kijken.Iets later worden we welkom geheten in het domein van de Bush Lodge door 5 overzeilende Kapgieren. Deze locatie is prachtig gelegen en het kamp ligt nu nu eens niet ver verwijderd van andere, menselijke nederzettingen. De houten paalwoningen staan goed opgesteld en hebben zicht op het Kazinga Chanel die Lake George met Lake Edward verbind. We nemen intrek in één van de ruime houten hutten, mét een buitendouche. De waterton die de douche bediend wordt straks gevuld door een bediende. Dat gaat bij ons als volgt: hij roept dat hij klaar staat met de 20 liter water boven het watervat. Jij roept dat je onder de douche staat en hij begint vervolgens te gieten. Leuk! De bedden in deze lodge zijn ruim en schoon, met een gaaf muskietennet. Beter kan niet. We doen vanavond nog een game-drive en dat verloopt weer schitterend met heel veel vogels. Net buiten het Bush Camp vliegt een immature Witruggier - African White-Backed Vulture (130) over en lopen enkele Groene Meerkatten langs de weg. Nu gaat het hard: Grauwe kiekendief (adult mannetje), Bruine Muisvogel, Dwergbijeneter, Roodkeelfrankolijn - Red-necked Spurfowl (131), Lelkievit - African Wattles Lapwing (132), Kaneelpieper - Grassland Pipit (133) en een groepje van een 30-tal Vorkstaartplevieren waarvan slechts één juveniele vogel binnen een aanneembare afstand blijft zitten, en bij nader inzien is dat een Steppenvorkstaartplevier - Black-winged Pratincole (134). Een dichtbij zittende immature gier doet ons twijfelen, maar op het schermpje zien we duidelijk een lichte, gele oogrong en dat brengt ons tot een zekere determinatie van de Ruppelgier - Rüppell's Griffon Vulture (135). Er vliegt nog twee keer een Zwartbuiktrap over en we horen duidelijk een Kleine Karekiet  - Eurasian Reed Warbler (136) zingen. Maar dan gebeurt het...
We horen dat Romain, met "DE kijker aller verrekijkers" (een koperen oorlogskijkertje van minstens 60 jaar oud) de Leeuw als eerste spotte en hij pas een paar seconden daarna aan de chauffeur/gids laconiek de opmerking maakte dat hij een Lion King zag! Met de twee zware Toyota’s verlaten wij de weg en rijden de brousse in. Natuurlijk mag dit niet! Een paar keer stond vandaag een waarschuwingsbord langs de weg om niet off-road te gaan. Wie betrapt wordt staat een fikse boete te wachten. Zij aan zij rijden de wagens en zoeken we systematisch de bush af maar vinden geen Leeuw. Verdomd! Langer dan 10 minuten durven de chauffeurs het niet vol te houden en we besluiten om terug te gaan. Maar plotseling maakt onze chauffeur rechtsomkeer. Blijkbaar heeft de gids in de andere wagen dan toch de Leeuw gespot! Met een rotvaart rijden we er naartoe! Een relatief oude kater ligt in het hoge dorre gras. Gelukkig staat hij al na een paar minuten op, om vervolgens vlak naast de wagens een mooi showtje weg te geven. Na vijf minuten laten we deze "King" met rust en rijden terug naar de weg. Maar dan ontdekken we nog een ander leeuw. Weer een mannetje, maar deze is iets jonger. Ook van deze Leeuw worden de nodige foto’s gemaakt waarna we rap-rap terug de weg opzoeken om… nauwelijks 5 minuten later een patrouillewagen met wachters tegen te komen… De zon is al aardig gezakt en het wordt nu echt tijd om de terugtocht aan te vatten. Oef! Dit was op het nipperje!



Tijdens het terugrijden valt de avond. We zien nog een grote kudde Buffels met enkele Geelsnavel Ossepikkers - Yellow-billed Oxpickers (137) op hun rug. Bij een plas zitten alleen wat Heilige Ibissen en een eenzame Witbrauwlawaaimaker gebruikt een cactus als zangpost om zijn luid lied te kelen. Als ik die avond van de bar naar onze paalwoning wil lopen vergezelt een bewaker me. Ik doe daar nogal lacherig over tot ik 50 meter verder iets in de struiken hoor en mijn koplampje de kop van een Waterbuffel belicht. Even slikken, voorzichtig maak ik met de (gewapende) bewaker rechtsomkeer en lopen we een ommetje om onze hut te bereiken... Wild Afrika, niet te onderschatten toch! 


Dag 9 - vrijdag 13 januari 2012 - Queen Elisabeth National park

We hebben uitstekend geslapen. Naar het schijnt hebben de Nijlpaarden toch flink veel lawaai gemaakt, maar daar hebben Sonja en ik niets van gemerkt. De ochtend Game-drive in Queen Elisabeth is weer fantastisch. Nauwelijks het kamp verlaten begint het al met een kudde olifanten op nauwelijks 50 meter van de weg en binnen de 5 minuten komt een prachtige Waterbok voorbij. Net als gisteren is het "werkvolk" al weer heel vroeg op pad. Vrachtwagens vol mensen rijden voorbij en als we een flink stuk in de savanne gevorderd zijn, komen we nog steeds overbeladen fietsers tegen. De bananentrossen slepen soms op de grond....



Maar vogels vragen weer de aandacht. Een Wahlbergarend blijft in een boompje zitten en een adulte Oorgier - Palm-nut Vulture (138) doet dat even verder ook.Ook de zoogdierliefhebbers komen aan hun trekken. Net als gisteren zijn de Kobs druk met schijngevechten en het paarspel. Verschillende Waterbuffels kunnen we dichtbij benaderen. Deze keer zit ik aan de goeie kant en kan ik ze goed fotograferen. Op werpafstand van de wagens raken enkele bokken slaags en we horen de hoorns tegen elkaar tikken. Wat een schouwspel! Maar weer naar de vogels: Achtereenvolgens komen Roodnekleeuwerik - Rufous-naped Lark (139), Wenkbrauwspoorkoekoek - White-browed Coucal (140), Palmtortel - Laughing Dove (141). Een Vechtarend zit niet ver van een plasje vandaan waar in één beeld Haddada en Heilige Ibis elkaar verdringen. Koereigers en één Middelste Zilverreiger zijn ook van de partij. Maar de mooiste waarneming is een vervaarlijk uitziende Oorgier - Lappet-faced Vulture (142) die gedwee in een boompje poseert van op zo'n 30 meter. Nog niet geheel bekomen is het even weer paniek. Via de telefoon wordt onze chauffeur verwittigd dat er een leeuw werd gespot op nauwelijks 2 km van waar wij ons bevinden. In ijltempo wordt naar de plek gereden. Die is niet moeilijk te vinden; zo'n 10 4x4's staan op de weg en iedereen kijkt naar één richting. Wij zien een leeuwin net boven het gras haar kop uitsteken, maar dat is op zo'n 150 meter. Na een tijdje wachten geven we het op. Het dier is gaan liggen en vertoont zich niet meer. Er is teveel volk om van de weg af te rijden en bovendien komt een jeep met rangers langsrijden... Een uitstapje naar een een nabijgelegen zoutmeer (of gewoon een uitgedroogd meer?) levert nog twee nieuwe soorten op. Hèèl ver zit een pelikaan die er roze uitziet. We kunnen ze pas thuis determineren als - je raad het nooit - een adulte Roze Pelikaan - Great White Pelican (143). Een veel beter zicht krijg ik op een Gekraagde Klauwier - Common Fiscal (144). Tijdens de terugrit zien we nog een reeks roofvogels: een juveniele Palmgier en een volwassen Vechtarend zitten in een boom en een juveniele Bateleur - Bateleur (145) en een Kapgier vliegen over. Het is pas 11 uur als we weer in het kamp aankomen. We hebben dus nog alle tijd om iets te eten én te vogelen in en rond het kamp zelf, en dit is best de moeite. De Dominikaner Wida -  Pin-tailed Whiydah (146) is meer staart dan vogeltje en steelt de show. Onze beste foto's van (wilde, geen half-tamme) Wrattenzwijnen maken we op amper 300 meter van het kamp. We komen te voet dichtbij een kudde Nijlpaarden en zien een koppel Afrikaanse Zeearenden een baltsvlucht doen. Overal zitten Witkeelbijeneters. We herkennen de zang van een Fitis - Willow Warbler (147), die even later ook voor de lens komt.




Het wordt langzaam tijd voor onze boottocht op het Kazinga Kanaal. Maar niet voor we een bezoek brengen aan het plaatselijk natuurhistorisch museum. Wat we hier te zien krijgen, tart elke verbeelding. Opgezette vogels, half weggevreten door de beestjes en de parasieten, liggen kapot te gaan in de glazen kastjes. Ongelooflijk dat hier dagelijks scholen over de vloer komen en er een biologieopleiding krijgen. Het enig leuke van dit uitstapje is de waarneming van een volwassen Bateleur vanop het museumterras. Voor we op de boot stappen neemt Sonja prachtige foto's van een zonnende Reuzen-varaan. Eenmaal op de boot voor de rondvaart op het kanaal is het meteen feest. De lijst van waarnemingen is te lang op op te noemen. We zijn natuurlijk blij met tal van nieuwe soorten: Watergriel - Water Thick--knee (148),  Afrikaanse Lepelaar, African Spoonbill (149), Zwarte Reiger - Black Egret (150), Blauwwangbijeneter - Madagascar Bee-eater (151), Papyrus Fiskaal - Papyrus Gonolek (150), maar het zijn vooral de prachtig mooie waarnemingen - soms van heel dichtbij - die deze excursie tot één van de toppers van de ganse reis maken. We missen op een haar de Luipaard en kunnen enkel nog zijn ballen (een kater!) en staart fotograferen. Voor drie leeuwen in een reuzencactus komen we echter niet te laat. Olifanten, Buffels, Nijlpaarden, ... alles perfect met het blote oog waar te nemen, maar we vergeten ook niet de grote groepen Afrikaanse Schaarbekken, Aalscholvers, Kleine Pelikanen, werkelijk té veel om op te noemen en dat aan een hels tempo na elkaar. We weten niet waar eerst kijken... Na deze prachtige tocht zien we op de terugweg nog een paar olifanten vlak voor onze wagen oversteken. en dan valt de nacht. In het kamp wacht ons een gezellig kampvuur, waar we met een (één ?) Nile-pils klinken op een prachtige dag.



Dag 10 - zaterdag 14 januari 2012, Queen Elisabeth National Park - Kisoro

We krijgen weer een transportdag, maar vandaag wordt het niet zo’n zware… ‘s Morgens hebben we nog even tijd om de vogels in het bushkamp te fotograferen. Dat worden toch nog een paar mooie soorten; nieuw voor de lijst zijn zowel  Witflankvliegenvanger – Chin-spot Batis (151) als Savannevliegenvanger - Black-headed Batis (152),  Bruinkoptjagra – Brown-crowned Tchagra en de ongelooflijk mooie Witkruinlawaaimaker – Snowy-headed Robin-Chat. (153) De motoren van de Toyota 4x4 staan al te ronken als Carlos en ik de laatste foto’s van een Dominikanerwida nemen en… weg zijn we! Er wordt een paar keer halt gehouden en we zien nog een koppeltje Dunbekkanarie - African (Western) Citril (154), een Fitis, en een nestelende Grijskopmus. De scherpe ogen van onze chauffeur Norbert zien een koppeltje Grijze Kroonkraanvogels in een maïsveld en voor het eerst kunnen we dit Nationaal symbool van Oeganda fotograferen. De avond valt als we aankomen in het exotisch Kisoro. Het Travellers Rest Hotel is een oase aan de rand van de stad. Het wordt nu vlug donker en het enige wat we nog kunnen zien is dat de hoge bomen rond het Geasthouse dienen als slaapplaats voor wel honderd Schildraven. Na een verkwikkende douche (ja, kamer mét douche hier!) is het aanschuiven voor een lekker maal. Het einde van de vakantie nadert, maar morgen komt voor de meesten onder ons het hoogtepunt van de reis eraan. De Gorilla walk!



Dag 11 - zondag 15 januari 2012 - Kisoro - Bwindi Nationale Park - Kisoro

We zijn vroeg uit de veren en na een stevig ontbijt – ik denk dat ik tijdens deze vakantie meer eieren heb gegeten dan tijdens een doorsnee jaar in België – rijden we het hooggebergte in. Adembenemend mooi ontplooit het landschap zich voor onze ogen. Hoger en hoger rijden we en Dries is er niet gerust in…

De rand tot het ravijn onder ons lijkt alsmaar gevaarlijker dichterbij te komen en op sommige plaatsen wordt het echt nauw. Maar we raken veilig in het bergdorp vanwaar het nog maar een paar kilometer is naar het startpunt van de Gorilla-walk. De toegang tot het "Bwindi Impenetrable National Park" is sterk gereglementeerd en zonder “permit” kan je er niet in. Het ganse Gorilla-gebeuren moet natuurlijk nauw opgevolgd worden. De dieren staan immers nog altijd bloot aan stroperij en de aantallen zijn zo klein dat er geen risico’s worden genomen. Na een ernstige briefing en de nodige raadgevingen (iedereen is onder de indruk) beginnen we aan de tocht.



Het is 9.00 uur ’s morgens en het zou 11.40’ worden als we de eerste Gorilla vinden. De dragers en gidsen doen het voortreffelijk en het moet gezegd: dit is best een fikse wandeling! Soms lijkt het of de helling recht omhoog gaat en een vriendelijke duw van je “drager” aan je achterwerk is geen overbodige luxe. Het lukt ons aardig maar het tempo is gewoon te vlug. Niet dat we het fysiek niet aankunnen, nee, verre van! Maar aan zo’n tempo moet je voortdurend opletten waar je stapt en daardoor kan je niet genieten van het prachtig oerwoud. We horen allerlei vogels maar krijgen die nauwelijks te zien…

 
Het is vlug-vlug-vlug naar de apen toe. Begrijpelijk, soms duurt het 4 tot vijf uur voor ze gevonden worden en dan moet je nog de ganse weg terug… En het is natuurlijk de bedoeling dat je voor donker terug bent!
En dan is het eindelijk zover. We zien een groepje van één zilverrug met zijn oudere madam en enkele jonge dieren. Tijdens het uurtje dat we in de nabijheid van de dieren vertoeven kan ik mij niet ontdoen van de gedachte dat ze me aankijken met een blik van: “Och nee, daar heb je die bleke onbehaarde mensen weer… ! Als de bewakers dan telkens weer de begroeiing wegkappen tussen de apen en de fotografen (we staan op een afstand van tien meter) is voor mij de pret eraf. Natuurlijk blijf ik wel fotograferen, … zo’n kans krijg je natuurlijk niet vaak en tenslotte heb je er duur voor betaald (permit kost 500 USD). Maar het ganse gedoe lijkt mij een beetje te … geforceerd. Toch ben ik mij ervan bewust dat dit de enige goede manier is om deze vorm van eco-toerisme rendabel te maken. Vergeet niet, dit komt de gorilla’s zeker ten goede. Maar dit is niet mijn ding…




Een uurtje is zo om, en na een paar redelijk goeie foto’s vatten we de terugweg aan. We krijgen een paar seconden een rossig gekleurde Duiker te zien, maar die verdwijnt Bij de eindmeet perst Carlos er nog een sprintje uit… Het zou hem duur te staan komen… De rest van de vakantie zien we hem mankend doormaken. Nee, we zijn allen geen 3 x 7 meer! Na het behalen van onze diploma en het schenken van de nodige tips sukkelen we naar de parking toe. Hier zien we de Blauwe Zwaluw – Blue Swallow (155) en de Gestreepte Kanarie Streaky Seedeater (156) Na een rit van een paar kilometer gaan we voor een drankje in een exclusieve resort. Men rekent hier 5 € voor een wit wijntje, een vermogen voor de lokale boer! In de tuin van de resort kan ik echter overschakelen van “haar” naar “pluimen” en komen vervolgens de Bergdrongovliegenvanger - White-eyed Slaty Flycatcher (157) en de Bronshoningzuiger – Bronze Sunbird (158) heel mooi poseren. Een koppeltje Savannezwaluwen nestelen aan het dak van de resort. We zitten op een hoogte van bijna 3000 meter! Na de nodige verfrissing – een Nile-biertje smaakte nog nooit zo goed! – rijden we richting Kisoro – Travellers Rest waar een simpele warme douche een stukje hemel op aarde lijkt. We kunnen naar huis...



____________________________________________________________________________________________________

Share by: